Evalueren en rapporteren

Evalueren en rapporteren gaat verder dan punten toekennen aan een vaardigheid.  Het is een proces waarbij we informatie verzamelen over het leerproces en deze informatie ook interpreteren (betekenis geven) om het leerproces verder vorm te geven.  In het Beverbos verzamelen we op verschillende manieren informatie over dat leerproces.
 
In de kleuterafdeling observeren onze kleuterleerkrachten doelgericht.  Vanuit de observatiedoelen uit Leer Lokaal (leerplan) stellen we verwachtingen aan onze leerlingen.  De leerkrachten houden deze observaties bij en zorgen ook via de observatietool in Smartschool voor een beeldvorming.  De leerkrachten rapporteren hun observaties en evaluaties in een drietal oudercontacten doorheen het schooljaar.  Merken we dat we nog meer gegevens nodig hebben dan hebben we de mogelijkheid om via testen in de derde kleuterklas een breder beeld te vormen ifv de overgang naar het eerste leerjaar. 
 
 
In de lagere afdeling observeren de leerkrachten ook doelgericht.  Naast de doelen die we hier hanteren voor evaluaties en ook registreren in de observatiestool in functie van beeldvorming, werken we ook met toetsenperiodes en rapporten.
Een rapport informeert de ouders en leerlingen over alle aspecten van de persoonlijkheidsontwikkeling.  Op onze school worden naast testresultaten, ook gegevens meegedeeld over de sociale competenties, leercompetenties en ICT-vaardigheden.  Dit doen we via een rubriekenrapport, het attituderapport.  Dit omvat de transversale doelen uit Leer Lokaal.  Via een puntenrapport informeren we ouders voor de andere leergebieden, behalve Kunst en Cultuur.  Voor Kunst en Cultuur werken we ook met een rubriekenrapport en gaan we evaluatiecriteria opstellen vanuit de leerplandoelen. Zo ontstaat een groeirapport.  Ook voor het vakgebied gezondheid, lichamelijk opvoeding evalueren we vanuit rubrieken, criteria opgesteld vanuit de leerplandoelen. Er zijn twee grote tussenperiodes, net voor de kerst- en grote vakantie.  Daarnaast zijn ook tussentijdse toetsten, die vormen een duidelijk beeld van de prestaties en vorderingen voor een beperkt deel van de leerstof.  Op basis van die gegevens weten we welke leerstof gekend is, en welke nog aandacht verdient.
 
Naast het rapporteren via het rapport zijn er ook de oudercontacten.  De oudercontacten zijn overlegmomenten met ouders waar de bevindingen van de school gedeeld worden met ouders, maar ook omgekeerd vinden we het belangrijk om informatie van thuis mee te nemen in onze beeldvorming.  Voor de lagere afdeling zijn er structureel enkele oudergesprekken: voor de kerstvakantie, voor de paasvakantie en voor de grote vakantie.  In het eerste leerjaar is er ook net voor de herfstvakantie een telefonisch contact en organiseert het zesde leerjaar ook oudercontacten.  In functie van de overstap naar het lager onderwijs, of naar het secundair onderwijs zijn deze gesprekken belangrijk.